Beste lezers, schrijvers, uitgevers,

De J.M.A. Biesheuvelprijs is een jaarlijkse prijs voor de beste korteverhalenbundel. Dit klinkt misschien als een overbodige introductie, maar voor we overgaan naar de feestelijke bekendmaking van de winnaar, wil ik wat dieper ingaan op de woorden beste korteverhalenbundel.

We kregen net als vorig jaar weer een eclectische stapel boeken toegestuurd die vooral met elkaar gemeen hadden dat ze geen romans waren. Nadat we het kaf van het koren gescheiden hadden en het lezen een aanvang nam, viel ons een aantal zaken op. Zo kunnen we niet anders stellen dan dat het Zeer Korte Verhaal een bloeitijd doormaakt. Sommige zkv’s waren zelfs niet langer dan een zin en dat is ook het leuke aan dit genre: het stuitert alle kanten op, het kent energie en geeft de schrijver een grote stilistische vrijheid. Maar het  extreem kortebaanwerk mist vaak ook een zekere hechtheid en eenheid die de verhalen die samen in de bundel staan meerwaarde geeft.

Tijdens onze zoektocht naar de winnende verhalenbundel van 2015 viel ons op dat dit gemis op meerdere fronten speelde.

Zo vonden wij een aantal op het oog veelbelovende titels meer verzamelbundels dan verhalenbundels. We kregen zo nu en dan de indruk dat een bundel vooral een verzameling was van alle verhalen die een auteur in de loop der tijd had geschreven, zonder dat er nog een strenge selectie had plaatsgevonden. Hierdoor misten deze bundels scherpte en een dwingende compositie. Wat een goede verhalenbundel zo bijzonder maakt is dat het geheel meer is dan de som der delen, dat de geselecteerde verhalen elkaar versterken en daadwerkelijk een boek vormen met elkaar.

De jury heeft daarnaast nog steeds de indruk dat verhalenbundels vaak als tussenboek worden uitgebracht, niet als volwaardig onderdeel van een oeuvre, terwijl veel auteurs zich graag bekwamen in het genre en net zo hard aan een verhalenbundel werken als aan een roman. Natuurlijk zijn er sprankelende uitzonderingen, maar veel uitgevers brengen korteverhalenbundels, met name van Nederlandse auteurs, ter wereld als een losse flodder. Er wordt weinig promotionele aandacht aan besteed, media-redacties worden niet met hijgerige aanprijsmails bestookt, op inkoopbeurzen wordt begripvol geknikt wanneer de boekhandelaar 2 of 3 exemplaren inkoopt. Dat laatste helpt ook niet. Ook boekverkopers laten het nog te vaak na voor hun verhalenbundels in de bres te springen, waarbij de door de boekhandel georganiseerde Week van het korte verhaal natuurlijk een zeer positieve uitzondering is. Evengoed verdient een precair genre gerichte aandacht en kan de persoonlijke aanbeveling van je lievelingsboekverkoper daar net dat ene verschil bij maken. Maar ook de lezer zelf mag best wat avontuurlijker de boekwinkel instappen. Vráág je boekverkoper gewoon ook eens wat vaker naar een mooie verhalenbundel, geniet van het feit dat je elke avond in bed of overdag in de trein, of in de pauze van je werk fijn een afgerond verhaal kunt lezen. Hoe meer waardering, liefde en aandacht voor de verhalenbundel, hoe aantrekkelijker het ook voor de schrijver wordt om er een te schrijven. Een win-win-win-win-situatie, lijkt ons.

De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat we de oogst dit jaar dan ook wat magerder vonden dan vorig jaar, hetgeen niet wegneemt dat er genoeg te parelduiken viel.

Net als vorig jaar lichten we de drie titels uit die wij het beste en meest veelbelovend vonden. Ik lees ze in alfabetische volgorde voor en maak dan de winnaar bekend.

Frederik Willem Daem – Zelfs de vogels vallen (De Bezige Bij 2015)

Een verrassend en complex debuut waarin duidelijk wordt dat debuteren met een kortverhalenbundel meteen een staalkaart van iemands talent geeft. Daem kent geen koudwatervrees: hij waaiert zowel stilistisch als qua onderwerp breed uit, schrijft trefzeker en durft iets van de lezer te vragen. We kijken nu al uit naar zijn volgende boek.

Marente de Moor – Gezellige verhalen (Querido 2015)

Echt gezellig wil het maar niet worden in De Moors verhalen, maar de ongezelligheid die zij in haar verhalen tentoonspreidt is van een ongekende verhaaltechnische trefzekerheid. De Moor heeft haar verhalen en personages volledig in de hand, en durft tegelijkertijd effectief te ontsporen wat dikwijls onvergetelijke beelden en gebeurtenissen oplevert.

Jori Stam – Een volstrekt nutteloos mens (Atlas Contact 2015)

Net als Daem debuteerde Stam met een bundel gevarieerde verhalen die de jury imponeerde door een heldere verteltoon en het lef zijn vertellingen met geweld te lijf te gaan waar hij dat nodig acht. Stam laat zien dat hij over een eigen stijl beschikt vol rake zwarte humor en een groot arsenaal aan verhalen in zich draagt en we hopen dat hij het genre van het korte verhaal lang trouw zal blijven.

De bundel die we dit jaar bekronen met de J.M.A. Biesheuvelprijs heeft de jury bekoord vanwege de rijke verbeeldingskracht, stilistische souplesse en een boeket aan heerlijke ongezelligheid. De winnaar van de J.M.A. Biesheuvelprijs 2016 is Marente de Moor met Gezellige verhalen.