De crowdfundingsactie voor de J.M.A. Biesheuvelprijs 2017 eindigt op 18 februari. Tot die tijd geven we om de paar dagen het woord aan een ambassadeur van het korte verhaal. Vandaag: een kort verhaal van Cesar Majorana.  

U kunt hier bijdragen aan het prijzengeld van de J.M.A. Biesheuvelprijs – we danken u zeer! 

 

 

 

De eerste €150 van mijn vaders erfenis maak ik op aan X.O.-cognac. De andere €44.850 laat ik op mijn betaalrekening staan.

Ik vraag per sms of je me komt troosten (en of ik mijn zwarte spijkerbroek nog terug mag), maar eenmaal samen drinken we vooral die fles leeg. Je zoent me tot ik doof ben en dat lijkt een soort gunst. Ik voel jouw troostende tong in mijn verdrietige mond en mijn gezicht voelt alsof het smelt. Ik zie hoe jij vervolgens je kapsel corrigeert, alsof je klaar bent met een lange werkdag. Het strikje uit je haar is naast de bank gevallen. Dat heb je niet gezien, want je loopt direct de woonkamer uit. Ik volg je.

Ik wil je bedanken voor het terugbrengen van die broek, maar jij loopt al richting de voordeur. Was dit een tranentransactie? De broek in ruil voor mijn verdriet? En ga je dan zomaar weg nu? Is dat hoe exen met elkaar omgaan?

Ik heb je nodig. Ik denk zelfs dat jij mij kunt oplossen, maar jij hebt je spullen al naar een nieuw appartement verhuisd. Je bent de zin ‘dit moment is niet gebeurd’. Maar dan zonder ‘moment’ en zonder ‘gebeurd’.

De bel gaat; je taxi is er. We stappen samen de deur uit. Ik vraag de taxichauffeur of hij voor je wilt zorgen, omdat ik het zelf niet kan, en hij neemt je mee naar je nieuwe thuisplek. Ik loop terug binnen en kijk naar oude familiefoto’s. Mijn vader draagt een geruit overhemd en ziet er aardig uit, als een man die op verjaardagen goede verhalen vertelt. Op precies twee foto’s houdt hij mij vast als baby. Jij komt thuis en denkt waarschijnlijk na over dingen die er wel toe doen.

De volgende dag sms ik ‘gaan we nog lief zijn voor elkaar?’ en sms jij terug: ‘misschien’.

Niet vergeten: vaders die je verlaten bereiden je voor op het feit dat iedereen je op een dag gaat verlaten.

De volgende weken ben ik minder troosteloos. Ik eet gezonde maaltijden en waag me aan sociale activiteiten. Daar kan ik meer drinken. Niemand praat met me over vaders.

Ik leer dat zo’n beetje al mijn vrienden nieuwe kutbaantjes hebben. Hidde zegt: ‘Zo’n erfenis helpt je tenminste wel verder in het leven,’ en ik knik. Wanneer hij vraagt waarheen jij precies verhuisd bent, merk ik dat mijn tong niet goed meebeweegt met mijn spraak. Opeens ben ik weer dronken. Opeens ben ik weer stuk.

Niet vergeten: we zijn allemaal geschapen naar het evenbeeld van God. Daarom heb je nu geen vader en een drankprobleem.

Ik bedenk me hoe jij in dat appartement zit met nieuwe plinten. Mooier dan mijn studentikoze benedenwoning zonder plinten. Misschien koop ik wel plinten van de erfenis. Ik kan nu plinten betalen van goud, denk ik. Ik schenk iets puurs in en drink mijzelf in slaap terwijl ik naar mijn plafond staar.

Niet vergeten: wodka met emoties is geen verstandig mixdrankje.

Ik pak wat spullen in en besluit in de provincie te bivakkeren. Daar drink ik hopelijk minder.

In de duinen ruik ik je een beetje. Ik ontmoet een oudere vrouw die mijn kleren wast en tussen wiens benen mijn hoofd mag slapen. Ze voert me likeur. Een fles heet ‘bruidstranen’ en is mijn lievelings. Ze heeft mooie verhalen over haar kinderen die nu in het buitenland werken. De vader van die kinderen noemt ze ‘laf’ en ik zeg: ‘Ja, zo zijn ze.’ Ze vraagt me niet naar mijn vader.

Na een aantal weken met mijn hoofd tussen haar benen overvalt me de gedachte dat ik zelf ook ooit vader word. En dat iedere vader op een dag stopt vader te zijn. Ik moet weg. Terwijl de oudere vrouw slaapt, sluip ik uit haar huis, dat vreemd ruikt naar uiensoep.

Niet vergeten: geen vader meer hebben betekent niet dat je de vader van jezelf kan worden.

Ik ben een tijdje terug thuis en wij spreken elkaar, omdat hier nog dat haarstrikje van je ligt. Dezelfde avond kom je langs. Je staat als een monument in mijn woonkamer. De gordijnen zijn al de hele week dicht.

‘Je gaat samenwonen? Leuk! Ik vergat gisteren mijn sleutels in de koelkast.’ Je moet niet lachen. Ik ook niet. Je gaat weg. Ik loop duizelig door het huis en waag me aan een fles cognac. Langzaam struikel ik richting het toilet in de badkamer. Die bereik ik. Ik kots op de tegels, val in slaap en word wakker met bloed in mijn mond.

Niet vergeten: de absolute bodem bereiken is oké – iemand zei me ooit dat daar zeemeerminnen zwemmen.

Ik word wakker op mijn bank. Het is 15:45 en op tv speelt een reclame voor uitvaartverzekeringen. Er ligt een lege fles port op de vloer. Op mijn telefoon knippert het notificatielampje, maar geen nieuwe sms van jou.

Niet vergeten: in ieder mens zit een gat dat niet valt te dichten. Stop daar iemand in, noem het liefde en die persoon stikt.

 

Cesar Majorana, 2017.


Cesar Majorana (1996) is een bad bitch met angst voor het universum. Hij presenteert tv-programma’s voor de VPRO en is auteur in de kweekvijver van uitgeverij Atlas Contact. Je kunt hem volgen op Twitter of Instagram, maar je kunt beter je eigen dromen volgen. Eerder schrijfwerk verscheen op DeFusie, Vice en BNN.nl

 

De Biesheuvelprijs dankt Marieke de Groot voor het aandragen en begeleiden van deze bijdrage.