Jury

Daan Stoffelsen, Janita Monna, Yra van Dijk en Joost Baars

[U kunt de tekst van dit juryrapport ook als pdf downloaden.
En: een video van de bekendmaking vindt u onderin deze pagina]

Algemeen

Alle jury’s zeggen het natuurlijk, maar het is echt waar: het grote aantal kwalitatief sterke verhalenbundels die ons onder ogen zijn gekomen, heeft ons enigszins overweldigd. Zozeer dat we bijna wel twee shortlisten hadden kunnen samenstellen van bundels die de prijs die we te vergeven hebben in principe verdienen, en in andere jaren misschien ook wel hadden gekregen. Dat komt allicht een beetje door het feit dat de J.M.A. Biesheuvelprijs een tweejaarlijkse prijs is geworden. Maar we mogen toch ook wel constateren dat het goed gaat met de verhalenbundel. Bovendien is natuurlijk goed om voor een prijs veel sterke literatuur terzijde te moeten schuiven. Twee afvallers willen we expliciet noemen. We bewonderen de heerlijke bundel Aloha van Machteld Siegmann om haar stilistische originaliteit en brille, en het aangrijpende Het net, de duif en de dood van Chaja Polak om haar geserreerde meesterschap.

Toch is dat andere jurycliché – dat het een moeilijke keuze was – niet waar. Want zelfs in dit sterke veld kwamen de bundels die uiteindelijk zijn genomineerd min of meer vanzelf bovendrijven. Dat mag gerust worden opgevat als een teken dat we hier te maken hebben met vier uitermate sterke, prijzenswaardige verhalenbundels.

Steff Geelen – De splitsingen

Is Steff Geelens De splitsingen magisch-realistisch? Wie erin begint te lezen, zal in de eerste instantie zeggen van wel. Iemand begint op onverklaarbare wijze te vervellen. Iemand splitst voortdurend alter ego’s van zich af, enzovoorts. Kortom: er klopt iets niet met de werkelijkheid zoals we die kennen. Maar gaandeweg bekruipt de lezer het gevoel dat er in het hart van dat niet-kloppende iets juist wel klopt. Dat zet alles op zijn kop. Want hoe verstrekkend, dramatisch en ja, beangstigend de metamorfoses soms ook zijn die Geelen hun personages laat ondergaan, die personages ervaren ze niet als magisch. Dat wil zeggen: ze ervaren ze niet als gebeurtenissen die buiten de natuurlijke orde der dingen vallen. Precies omgekeerd: het zijn steeds openbaringen van hun meest fundamentele natuur. Onverwacht misschien, voor hen, én voor de wereld, maar nadrukkelijk niet buiten de orde van het mogelijke. 

Daarin zit de radicaliteit van deze bundel, een radicaliteit die in deze tijd waarin trans personen extra onder druk staan alleen maar scherper naar voren komt, maar die ook in strikt literaire zin scherp en vernieuwend is. Want als de metamorfose diep binnenin een personage geen magische anomalie is, maar een uiting van diepe, fundamentele natuur, dan zegt dat ook iets over de natuur als geheel. Dat de wereld in De splitsingen altijd in flux is, zorgt ervoor dat de vele vormen van in transitie zijn waarover de verhalen van Steff Geelen gaan, deel uitmaken van het gewone leven. Daarom is dit een scherpe bundel, met kwetsbare, complexe personages die in al hun vervreemdende sfeer gaan over het leven zelf.

Sanneke van Hassel – Milde klachten

Mild zijn de klachten van een met Corona besmette grootvader in een van de verhalen van Sanneke van Hassel, mild is ook de blik van de schrijver op het menselijk streven. Door de subliem rake zinnen en dialogen, en door het vernuftig uitgewerkte perspectief komen de personages die de bundel Milde klachten bevolken ons heel nabij. Een schoonmaakster met een rebelse puberzoon, de studente op een zolderkamer, een overspelige expat-vrouw: we lezen hoe vol verlangen ze zijn en tegelijk vol onvermogen jegens hun huisgenoten en familieleden, collega’s en buren. De afstand die deze personages moeten houden vanwege de pandemie, de ontsmettingsmiddelen en mondkapjes: ze vormen zo samen een sterke maatschappelijke allegorie die onthult dat we meestal nog veel meer dan 1.5 meter van elkaar verwijderd zijn, en hoe slecht we zien wat er schuilgaat onder de buitenkant. Tegelijk wordt uit alles duidelijk hoeveel moed en uithoudingsvermogen het vergt om te leven en om elkaar lief te hebben, vooral in tijden van crisis.

Een zweem van ironie maakt de onbeholpen daden van deze alledaagse helden geestig en veelal ontroerend- een gevulde koek in een servetje blijkt zoveel te kunnen betekenen. Sanneke van Hassel benadert in Milde klachten een collectieve ervaring die helemaal niet zo collectief blijkt – de coronatijd – door in sobere, vlijmscherpe stijl, met empathie én klassebewustzijn scènes uit individuele levens te schetsen. Een noodzakelijk boek.

Julien Ignacio – Goudjakhals

Het is een overval. Wie de eerste pagina’s in Julien Ignacio’s tweede boek Goudjakhals leest, verbaast zich over de ongewone verteller – een algoritme, een programmaatje, een GPS-signaal? – die vertelt over een vernederde, strijdbare vluchteling in een kamp, een open detentiecentrum op een voormalige militaire basis. Dat alleen al is een indringend, urgent verhaal. Even twijfel je als kritisch lezer: is dit niet simpelweg een roman? Want het is overrompelend: de mate waarin Ignacio vanaf pagina 1 allerlei thema’s aan elkaar verbindt, personages uitdiept, een wereld aan de grens van de beschaving geloofwaardig maakt, is meer dan je durft te verwachten van de korte vorm. En ook: de wanhoop die hij schetst, de hoop die hij durft te laten gloren. Maar middenin die roman in wording stopt het verhaal, en neemt hij je mee naar zeventiende-eeuws Amsterdam, naar een zwarte prostituee die tot ruim na haar terechtstelling in vloeiend mokums haar wereld looft en aanklaagt. Zij zingt, net als de Libanese taxichauffeur zingt, met elk hun eigen stem, van een wonderbaarlijke graffitikunstenaar die de waanzin niet ontvluchten kon, en, ten slotte, de rumverkoopster en schoonmaakster op Aruba. Zij zingen Songs of freedom, zoals de ondertitel luidt van deze geweldige, hechte bundel.

Julien Ignacio bedient zich in het funky Goudjakhals van vele registers, allemaal even overtuigend, en ontvouwt in afzonderlijke verhalen een Groot Idee over ontworteling, vrijheid, uitbuiting en verzet dat niet alleen op talloze wijzen actueel is, maar zindert van de levenslust en creativiteit.

Jente Posthuma – Heks! Heks! Heks!

Welke vrouw verheugt zich op een toekomst die draait om het wassen van de sokken van haar man? 

In Heks! Heks! Heks! keert Jente Posthuma een aantal volksverhalen over Overijsselse heksen binnenstebuiten. Verhalen uit de veertiende, vijftiende eeuw. De tijd van waarin vrouwen die ook maar een beetje anders leken dan anderen – hun huid was bleker, hun stem harder, ze waren alleenstaand, kinderloos – prompt voor heks werden aangezien en op de brandstapel gegooid. Maar waren ze zo anders? 

Op een buitengewoon slimme manier verweeft Posthuma hedendaagse discussies, losgewoeld door de #metoo-beweging, in deze eeuwenoude verhalen. Haar sprankelende hertalingen van de sage van de heks van Lettele, van de Wilgenvrouw, of van Minneke die na een groepsverkrachting werd verbrand in haar eigen huisje en als als ‘wit wief’ over de Overijsselse heide zweefde, bevatten tal van levendige knipogen naar het nu, die toch nergens anachronistisch aanvoelen. Posthuma houdt oog voor het magische in de verhalen, en voegt daar een droog gevoel voor humor aan toe – boeren die door Minneke zijn afgewezen ‘krassen kinderlijke tekeningen van stijve piemels in haar tuinhek’. 

De onverschrokken verhalen tonen dat wat er op het spel staat, zich ook in ons heden afspeelt. Ze maken tegelijk dringend voelbaar dat de blik op de ‘heks’ in de geschiedenis aan herziening toe is. Het essay waarmee de bundel besluit, onderstreept dat nog eens. Zo is Heks! Heks! Heks! is een volstrekt unieke bundel en een klein monument voor die vele, vele bruut vermoorde vouwen die uiteindelijk gewoon hun bijzondere zelf wilden zijn.

De winnaar

De kwaliteit van de bundels op de shortlist zou aanleiding kunnen geven voor een hevig verdeelde jury. Desondanks is de keuze in grote eensgezindheid gemaakt. De jury viel unaniem als een blok voor een verhalenbundel die stilistisch sterk en gevarieerd is, vol overtuigende stemmen van levende mensen. Een boek dat je binnenleidt in even vertrouwde als ongekende levens, die zich in je vastzetten als weerhaakjes, die je verleiden tot een grotere betrokkenheid met de wereld. Een boek dat moeiteloos andere perspectieven, andere plekken, andere tijden oproept, en daarmee tegelijk diep snijdt in de onze, in de ziel van het Nederland zoals we dat vandaag meemaken. Een vernieuwend boek bovendien, dat de grenzen van het genre opzoekt. De jury bekroont een boek van nu, voor altijd, levend, creatief, weerbarstig en vrij. De J.M.A. Biesheuvelprijs 2025 gaat naar Julien Ignacio’s Goudjakhals.

Video van de bekendmaking door jurylid Joost Baars, plus aanvaardingsspeech door de winnaar Julien Ignacio, gemaakt door Hanneke Vroegindeweij:

Publiek tijdens uitreiking
Publiek tijdens uitreiking; alle foto’s van de bijeenkomst zijn gemaakt door Jean van Lingen i.o.v. SLAA
Genomineerden Julien Ignacio en Jente Posthuma in gesprek met Arjen Fortuin
Genomineerden Julien Ignacio en Jente Posthuma in gesprek met Arjen Fortuin
Genomineerden Steff Geelen en Sanneke van Hassel in gesprek met Arjen Fortuin