De crowdfundingsactie voor de J.M.A. Biesheuvelprijs 2016 eindigt op 7 februari. Tot die tijd geven we om de paar dagen het woord aan een ambassadeur van het korte verhaal. Vandaag: A.H.J. Dautzenberg.

U kunt hier klikken om bij te dragen aan het prijzengeld van de J.M.A. Biesheuvelprijs 2016. We hebben de 100% inmiddels gehaald, maar hopen het prijzengeld van het vorige jaar te evenaren – of zelfs te overtreffen. 

 

Over ‘Het kerstfeest der vissers’

Een van mijn meest intense leeservaringen betreft een kort verhaal: ‘Het kerstfeest der vissers’, van Joop Waasdorp. Het zal ergens medio jaren negentig zijn geweest, in de trein, op weg naar een of ander kil kantoor. Het verhaal kort samengevat: een jongen krijgt in de tekenles de opdracht ‘iets uit de buitenwereld’ in beeld te brengen. Hij kan echter niet tekenen. Uiteindelijk begint hij paniekerig zijn papier vol te krassen met blauw krijt. Intuïtief tekent hij boven op de ‘kolossale, agressief blauwe vlakte’ een half rondje, ‘een heel, heel klein notedopje met een mastje ter grootte van nog niet eens een hele lucifer en daar weer aan vast een dwarszeiltje.’ Rechtsboven in de hoek van het papier schrijft hij vervolgens: Het kerstfeest der vissers. De tekenleraar bekijkt de tekening aandachtig en vraagt waar de vissers zijn. De jongen wijst het notedopje aan, ‘aan boord van dat schip.’ De leraar tuurt lang naar de tekening, neemt uiteindelijk de pet van zijn hoofd en zegt: ‘Daar neem ik mijn pet voor af!’ Het verhaal blíjft mij ontroeren. Elk jaar herlees ik het, kort voor de kerstdagen, een ritueel, net zoals ik in de laatste tien dagen van december dagelijks een hoofdstuk van De avonden tot me neem.

In november verscheen in het kader van Nederland Leest de bloemlezing van A.L. Snijders, met daarin twee van mijn verhalen. Dat was natuurlijk al mooi, maar toen het boekje in mijn brievenbus viel, zag ik dat Snijders ook mijn favoriete verhaal van Joop Waasdorp had opgenomen – mét de afbeelding van de tekening. Soms lacht het leven je toe.

 

A.H.J. Dautzenberg schreef korte verhalen voor Hollands Maandblad, de Revisor, De Groene Amsterdammer, Tirade en vele andere literaire tijdschriften en dagbladen. Hij publiceerde o.a. de verhalenbundels Vogels met zwarte poten kun je niet vreten (2010) en En dan komen de foto’s (2014), de romans Samaritaan (2011), Extra tijd (2012) en Wie zoet is (2015) en de bloemlezing Vuur! (2015).