De crowdfundingsactie voor de J.M.A. Biesheuvelprijs 2019 eindigt op 17 februari. (U kunt hier een bijdrage aan het prijzengeld doneren.) Tot die tijd geven we het woord aan verschillende ambassadeurs van het korte verhaal. Vandaag: een kort verhaal van Jirke Poetijn.


Bad Nieuweschans

‘Ik weet het niet,’ zei hij. ‘Het idee om ergens zonder kleren rond te lopen staat me tegen.’
     ‘Volgens mij heb je na een kwartier al niet meer door dat je naakt bent,’ zei ik.
     Dat ik hoopte dat er iets zou veranderen als we elkaar weer eens zonder kleding zouden zien hield ik voor me.
     ‘Heb je een beter idee?’ vroeg ik. Tot nu toe hadden we elk jaar iets gedaan om het jubileum van ons huwelijk te vieren en lang geleden spraken we af om dat nooit twee keer op dezelfde manier te doen.
     ‘Laten we die sauna maar proberen,’ zei Ruben. ‘Maar als ik het niet leuk vind, ben ik snel weer weg.’
     ‘Je bent de beste,’ zei ik. ‘Vanavond eten we macaroni.’

Een week voor ons jubileum kocht ik nieuwe badkleding. Voor mezelf een badpak met polkadots en gevulde cups, voor hem een strakke blauwe zwembroek met korte pijpjes. Hij had gezegd dat hij geen nieuwe nodig had, maar ik was niet vergeten hoe hij met vale plekken op zijn billen over de camping in Frankrijk liep.

Ik stond in mijn nieuwe badpak buiten de kleedhokjes op hem te wachten. Badkleding was verplicht in het thermaalbad waar we de dag mee zouden beginnen. Toen de deur van zijn kleedhokje open ging, trok ik mijn buik een beetje in.

‘Wat vind je van mijn badpak?’ vroeg ik.
     ‘Mooi, hoor,’ zei hij. ‘Je had echt geen nieuwe zwembroek voor me hoeven halen.’
     Hij trok aan de binnenkant van zijn been de zwembroek aan het pijpje wat naar beneden.
     ‘Volgens mij is hij wat te klein.’
     ‘Welnee,’ zei ik, al zag ik dat het elastiek in zijn zij sneed. ‘Je ziet er prachtig uit.’
     ‘Daar is het me niet om te doen,’ zei hij.

Het was rustig in het thermaalbad, er waren enkele oudere koppels en wat groepjes vriendinnen. De buitenlucht was koud, maar het water was heerlijk. Volgens een groot informatiebord werd het water op een constante temperatuur van 36 graden gehouden.
     ‘Kijk,’ zei ik, ‘hier staat precies vermeld wat de samenstelling van het water is.’
     Hij keek even op en waadde toen richting de massagestralen. Ik las wat er verder op het bord stond en ging toen achter hem aan.
     ‘Hoe vind je het hier?’ vroeg ik.
     ‘Het valt me mee.’ Hij stond voor de rugmassagestraal en bewoog zich van links naar rechts. ‘Dit is wel lekker. Wil je ook even?’
     Ik boog me voorover om hem een zoen te geven, maar hij draaide zijn hoofd weg en wees naar een klein bordje aan de rand van het bad: lichamelijk contact niet toegestaan.
     Een man verderop keek me aan en bracht zijn wijsvinger naar zijn lippen. Zijn grijze haar was lang en dun, het plakte tegen zijn gezicht. Ik begreep niet wat hij bedoelde. De man bracht nogmaals zijn wijsvinger naar zijn lippen, alsof hij mij maande stil te zijn.
     ‘Laten we naar het saunagedeelte gaan,’ zei ik tegen Ruben.

‘Moet ik mijn zwembroek hier uittrekken?’
     Er leken inderdaad geen pashokjes bij het saunagedeelte te zijn. Achter ons kwamen een paar mensen in badkleding de ruimte binnen. Ze liepen naar een betegelde muur met wat haakjes en ontkleedden zich daar. Wij volgden. Het voelde raar om me in het zicht van anderen uit te kleden. Toen ik bukte om mijn badpak over mijn voeten te krijgen, was ik me bewust van het uitzicht dat anderen op me hadden. Terwijl ik omhoog kwam keek ik opzij en zag ik dat ik niet de enige was die bukte. Een glimmend scrotum piepte onder magere mannenbillen vandaan. Ze bleken van de man uit het thermaalbad te zijn. Hij kwam overeind, draaide zich om en glimlachte naar me met dunne lippen.
     Ik hing mijn badpak op en pakte mijn handdoek en badjas. Ruben bleek al naar de douches te zijn gegaan.

Nadat we ons afgespoeld hadden wilde ik naar de scrubzouthoek. Op een pilaar stond een grote bloempot in Romeinse stijl. Ik nam er een hand zout uit en wreef er mijn benen mee in, en mijn buik. Het voelde wat ongemakkelijk om mijn borsten te scrubben, de zouthoek stond naast een bad waar mensen baantjes trokken. Ten overstaan van die anderen voelde normale lichaamsverzorging als een erotische handeling.
     ‘Wil je mijn rug scrubben?’ vroeg ik Ruben.
     Ruben nam wat zout uit de bloempot, wreef drie keer stevig over mijn rug en spoelde toen zijn handen af onder het kraantje naast ons.
     ‘Ik ga vast naar de sauna,’ zei hij.
     Terwijl ik het zout van mijn lichaam spoelde keek ik hoe Ruben zijn badjas aantrok en naar buiten liep.

We hadden vooraf de plattegrond van het saunaplein bekeken. Ik vermoedde dat ik Ruben in de kruidensauna zou vinden, maar ik zag hem er niet. We zouden elkaar in zo’n situatie vanzelf weer tegenkomen, had Ruben gezegd. Ik legde mijn handdoek op de houten bank en ging zitten. De geur van lavendel was overheersend, maar ik besloot het over me heen te laten komen. Er zaten minstens twintig mensen in de kruidensauna en iedereen was muisstil. Overleggen ging zonder woorden. Als iemand wilde vertrekken gaf hij een klein hoofdknikje naar degene naast hem, waarna ze samen opstonden. Ik vond het moeilijk om stil te blijven zitten.

Buiten vond ik Ruben op weg naar de kelosauna, die aangeprezen werd als de sauna voor de ervaren liefhebber.
     ‘Hierna wil ik graag naar huis,’ zei hij.
     De kelosauna was leeg. Na twee minuten zag ik zweetdruppeltjes tussen de borstharen van Ruben verschijnen. Hij keek strak vooruit en pufte.
     ‘Warm,’ zei ik.
     Ruben reageerde niet.
     ‘In welke sauna ben je net geweest?’
     ‘We moeten stil zijn,’ zei Ruben zacht.
     ‘Hier zit toch niemand die last van ons heeft?’
     ‘Het is te warm,’ zei Ruben.
     Ik stond op.
     ‘Ik ga nog even zwemmen,’ zei ik. Ruben bleef zitten.
     Toen ik de deur uitstapte, kwam er net een groepje mensen binnen. Ik trok gauw mijn badjas aan.

In de auto zwegen we tot we bijna weer in Groningen waren.
     ‘Er was een rare man,’ zei Ruben. ‘Hij stond naast me bij de douches en stak drie vingers naar me op.’
     ‘Een man met lang haar?’ vroeg ik. ‘Ik heb hem gezien in het thermaalbad, hij bracht zijn vingers naar zijn lippen alsof hij wilde dat ik stil was.’
     ‘Daar heeft hij ook drie vingers naar me opgestoken,’ zei Ruben. ‘Ik dacht even dat hij bedoelde dat hij seks met ons wilde, maar toen dacht ik dat ik het me toch had verbeeld.’
     Ruben schudde vol afkeer zijn hoofd, ik moest een beetje lachen.
     ‘Het is niet grappig,’ zei Ruben. ‘Ik kwam hem overal tegen, het was heel ongemakkelijk. Hij kwam de hete sauna binnen toen jij net weg was en bleef me maar aankijken.’
     ‘Hij vond je mooi,’ zei ik.
     ‘Het was hem vast om jou te doen,’ zei Ruben.
     Terwijl ik onze straat indraaide legde hij zijn hand op mijn knie.
     ‘Ik ben blij dat we gewoon weer thuis zijn.’


Jirke Poetijn woont in Groningen. Ze schrijft proza en poëzie, publiceert korte verhalen op shortreads en is programmeur van Dichters in de Prinsentuin. Voor meer verhalen & teksten: www.jirke.nl.