De crowdfundingsactie voor de J.M.A. Biesheuvelprijs 2016 eindigt op 7 februari. Tot die tijd geven we om de paar dagen het woord aan een ambassadeur van het korte verhaal. Vandaag: Jente Posthuma.
U kunt hier klikken om bij te dragen aan het prijzengeld van de J.M.A. Biesheuvelprijs 2016. We hebben het prijzengeld van het vorige jaar inmiddels geëvenaard, maar hopen daar natuurlijk zo ver mogelijk overheen te gaan.
Langwerpig
Ik had er alles voor over om niet zo lang te hoeven zijn. Mijn vader vertelde dat er in Zweden een lange vrouw bestond die door een chirurg een stuk uit haar bovenbenen had laten zagen. Ik moest wel eerst wachten tot ik was volgroeid. Hij zei ook dat een deel van het bot van mijn hielen eraf kon worden geschaafd, want dat bot stak nogal uit. Een van zijn patiënten in de psychiatrische inrichting had dat laten doen. In die inrichting woonde ook een vrouw die voortdurend ‘steek maar in je reet’ riep, in elke denkbare situatie. Voor de grap riep mijn vader dat thuis ook steeds. Ook als er bezoek was.
Maar mijn puntige hielen stoorden mij niet zo. Met die hielen had ik nog steeds de normaalste voeten van de familie. Mijn zus had heel lange, smalle platvoeten die een beetje scheef stonden. Uit de Wehkamp-catalogus had ze een teenspreider besteld, een plastic beugeltje dat ze ’s nachts als een spalk om haar grote teen bevestigde om te voorkomen dat die schuin over haar andere tenen zou groeien. Speciaal voor haar moesten we naar een grote-maten-schoenwinkel in Duitsland, een uurtje rijden vanaf ons huis. Op een dag stond in die winkel een reus. Hij droeg enorme bruin versleten veterschoenen en kocht gigantische zwarte laarzen met een zilveren gesp aan de zijkant die er alleen maar op zat voor de sier. ‘Hebben jullie ze ook zonder gesp?’ vroeg hij de verkoopster. Ik kon zien dat hij verdrietig was. Zijn armen hingen zwaar.
Rond mijn zeventiende kreeg ik mijn eerste echte vriend, die iets ouder en zes centimeter kleiner was dan ik. Mijn moeder stelde daarom voor om de dikke profielzolen van mijn Palladium-gympjes eraf te zagen. Met het broodmes ging dat best. Ik wist toen nog niet hoe het verder zou gaan met ons, dat ik later alsnog alles zou verpesten. ‘Jij moet nog te veel leren,’ zei hij, want ik giechelde steeds op de verkeerde momenten, bijvoorbeeld als we in bed lagen en hij maar geen erectie kreeg. Een paar jaar later kwam ik hem tegen op een feestje. Het leek of hij was gekrompen. Dat vond hij zelf waarschijnlijk ook. ‘Wat ben je groot,’ zei hij chagrijnig. ‘Niet,’ zei ik, want groot was ik niet. Wel langwerpig. Ik stak mijn armen in de lucht en maakte er kronkelende bewegingen mee op de muziek, zodat ik nog langwerpiger werd.
Jente Posthuma is schrijver en freelance journalist. Haar korte verhalen verschenen in de Revisor, Torpedo Magazin, nrc.next en Das Magazin. In 2012 won ze de A.L. Snijdersprijs voor het beste zkv (zeer korte verhaal). Haar debuutroman Mensen zonder uitstraling verschijnt in 2016.