De J.M.A. Biesheuvelprijs, de literaire prijs voor de beste Nederlandstalige korteverhalenbundel, wordt in 2019 voor de vijfde maal uitgereikt. In eerdere jaren ging de prijs naar Rob van Essen (Hier wonen ook mensen, Atlas Contact), Marente de Moor (Gezellige verhalen, Querido), Maarten ’t Hart (De moeder van Ikabod en andere verhalen, Arbeiderspers) en Annelies Verbeke (Halleluja, De Geus). Net als in voorgaande jaren wordt het prijzengeld door middel van crowdfunding vergaard. Vorig jaar bedroeg het prijzengeld € 7.336.
In februari 2019 zal de J.M.A. Biesheuvelprijs uitgereikt worden aan de auteur van de beste verhalenbundel van het kalenderjaar 2018. Uitgevers kunnen nog tot het eind van het jaar verhalenbundels insturen.
Let op: Uitsluitend oorspronkelijk Nederlandstalige verhalenbundels van één auteur die in 2018 zijn verschenen, komen in aanmerking voor de prijs – kijk hier voor het complete reglement.
J.M.A. Biesheuvelprijs
Tolhuisweg 1
1031 CL Amsterdam
Insturen kan tot en met 31 december 2018, maar eerder inzenden wordt ten zeerste op prijs gesteld. Boeken die later worden ingezonden, kunnen niet meer meedingen. Ingezonden boeken kunnen helaas niet worden geretourneerd. Het overzicht van alle ingezonden titels zal in januari 2019 op de website worden gepubliceerd.
De crowdfunding zal in het najaar van 2018 starten, en enkele dagen voor de prijsuitreiking sluiten. Hierover volgt later meer informatie. De jury van de J.M.A. Biesheuvelprijs 2019 bestaat uit Fiep van Bodegom (recensent, schrijver), Femke Essink (letterkundige), Theo Hakkert (journalist, recensent), Thomas Heerma van Voss (schrijver) en Marischka Verbeek (boekverkoper en publicist).
Indien uitgeverijen, naast een eventuele financiële bijdrage, de J.M.A. Biesheuvelprijs willen steunen, is er de mogelijkheid méér dan vijf exemplaren van de ingezonden verhalenbundels toe te sturen. Die extra exemplaren worden dan aan de donateurs van het prijzengeld ter beschikking gesteld, bij wijze van tegenprestatie. Ook verhalenbundels die al eerder verschenen, kunnen zo wellicht hun weg vinden naar een nieuw publiek van liefhebbers van het korte verhaal.